maandag 19 november 2007

Noem Niemand Vader

In de volgende passage, die bijna altijd geciteerd wordt door anti-Katholieken die de Katholieke gebruik van het noemen van priesters als Vader (of Pater), bekritiseren. Echter waarschuuwd Christus ons tegen het opzien van iemannd als vader op de manier dat alleen God onze Vader is. Net zoals Hij ons ook waarschuuwd tegen het noemen van iemand als leraar of meester op de manier die je alleen God kan noemen, onze ware en ultieme leraar en meester. Zoals we in de volgende verzen kunnen zien, Christus heeft niet letterlijk bedoeld dat we anderen niet “Vader” kunnen noemen, zelfs niet in een religieuze context. Ook, vele niet-Katholieken die bezwaar maken tegen de Katholieke gebruik om hun priesters “Vader” te noemen vergeten dat in dezelfde passage beneden, Christus ook zegt “Noem niemand leraar”.
Toch noemen deze niet-Katholieken veel mensen leraar en gewoonlijk gebruiken ze het woord “dokter” wat het Latijnse woord voor “leraar” is.

Matteüs 23:1-12. “Toen zei Jezus tegen de menigte en zijn leerlingen: ‘Op de stoel van Mozes hebben de schriftgeleerden en de farizeeën plaatsgenomen. Doe en onderhoud daarom alles wat ze u zeggen, maar handel niet naar hun daden. Zelf doen ze niet wat ze zeggen. Ze bundelen zware en ondraaglijke lasten en leggen die de mensen op de schouders, maar willen er zelf geen vinger naar uitsteken. Alles wat ze doen, doen ze om door de mensen gezien te worden. Want ze maken hun gebedsriemen breed en hun kwasten groot, ze zijn uit op de ereplaats bij de maaltijden en de voornaamste zetels in de synagogen, en willen op de markt graag gegroet en door de mensen rabbi genoemd worden. Maar laat u zich geen rabbi noemen, want één is uw meester en u bent allemaal broeders. Noem ook niemand van u op aarde vader, want één is uw Vader, die in de hemel. Laat u ook geen leraar noemen, want één is uw leraar, de Messias. De grootste van u zal uw dienaar zijn. Wie zich verheft, zal vernederd worden, en wie zich vernedert, zal verheven worden.”

In de volgende citaten, merk op dat Stefanus, de diaken en de eerste martelaar van het Nieuwe Testament, onder de inspiratie van de Heilige Geest,refereert niet alleen naar andere mannen als “vaders”. Maar spreekt de Farizeeën zelf aan als “vaders”. Het is duidelijk dat de Heilige Geest dit niet zou hebben geïnspireerd als Christus had verboden om de letterlijke gebruik van de term “vader” voor mensen. Het is opvallend om te zien dat de woorden “vader” en “vaders” vele keren verschijnt in de volgende passages uit Handelingen.

Handelingen 7:2. “Hij zei: ‘Broeders, vaders, luister. De God der heerlijkheid verscheen in Mesopotamië aan onze vader Abraham, voordat deze zich in Haran vestigde,”

Daarna na het spreken over Christus, noemt hij ook Mozes:

Handelingen 7: 38-39. “Hij is het die in de gemeenschap in de woestijn bij onze vaders was en bij de engel die op de berg Sinai met hem sprak; hij ontving woorden van leven om ze aan ons te geven, maar onze vaders wilden niet naar hem luisteren; ze wezen hem af en keerden in gedachte terug naar Egypte.”

Handelingen 7:44-45. “Onze vaders hadden in de woestijn de tent der getuigenis, die was gemaakt volgens de opdracht van degene die tot Mozes gesproken heeft, naar het model dat hij had gezien. In de volgende generatie brachten onze vaders haar het land binnen toen ze dat met Jozua op de volkeren veroverden, die God verdreef uit het oog van onze vaders; zo bleef het tot de dagen van David.”

Handelingen 7:51-53 . “Hardnekkigen en onbesnedenen van hart en oor! Altijd maar verzet u zich tegen de heilige Geest, u net zo goed als uw vaders. Welke profeet hebben uw vaders niet vervolgd? Zij hebben de aankondigers van de rechtvaardige ter dood gebracht, u hebt Hemzelf verraden en vermoord; u die door tussenkomst van engelen de wet hebt ontvangen, maar die niet onderhoudt.”


ANDERE CITATEN:


Van speciale aantekening in deze citaties zijn er twee:

In 1 Korintiërs 4:14-15, zoomt Paulus in op de reden waarom Katholieken priesters vader noemen wanneer hij zegt “Niet om u beschaamd te maken schrijf ik dit, maar om u te vermanen als mijn dierbare kinderen. Misschien hebt u in Christus duizend opvoeders, maar veel vaders hebt u niet. Ik ben het die u door het evangelie in Christus Jezus heb verwekt.”. Merk op dat hij die gedachte concludeerde door tegen zijn toeschouwers te zeggen om hem na te volgen, dat zou omvatten, natuurlijk, imiteer zijn manier om spirituele vaderschap in Christus gelijk te stellen en door het Evangelie met de heilige, apostolische bediening die in de Kerk uitgevoerd wordt door bisschoppen en priester.

In Titus 1:4 ondanks dat Paulus niet direct naar zichzelf refereert als “vader”, maar maakt hij wel die connectie door de Christenen te herinneren van zijn spirituele vaderschap, die van God komt .Hij maakt dezelfde punt in Filemon, waarbij de Christelijke slaaf Onesimus als zijnde zijn zoon in het geloof is, Paulus, dat hij de “vader” van Onesimus was geworden.


Handelingen 21:40 - 22:1
Romeinen 4:16-17
1 Korintiërs 4:14-15
1 Tessalonicenzen 2:11
1 Timoteüs 1:2
Titus 1:4
Filemon 1:9-10
1 Johannes 2:13-14